Op 25 mei opent het vernieuwde Damiaanmuseum in Tremelo-Ninde de deuren. De geschiedenis van het museum en haar bijzondere collectie omvat meer dan 100 jaar en start al enkele jaren na de dood van pater Damiaan.
Een herinneringsplek
Wanneer in 1895 het geboortehuis van pater Damiaan verkocht wordt, aarzelt pater Maurits Raepsaet, overste van wat later de Belgische provincie van de paters der Heilige Harten (picpussen) zal worden niet.
Helemaal in de geest van de 19de eeuwse romantiek wil hij op de plaats waar de grote held der naastenliefde en toekomstige heilige Damiaan geboren werd een herinneringsplek maken. Het grootste deel van de boerderij wordt gesloopt en zwaar verbouwd om plaats te maken voor nieuwe kloostergebouwen. De geboortekamer van Damiaan wordt goed bewaard en geïncorporeerd in een kapel.
Voorwerpen van Damiaan
Pater Raepsaet zoekt allerlei middelen om de wervende uitstraling van pater Damiaan in te zetten voor de zaak van de missies. Een tentoonstelling of zelfs museum met voorwerpen – relikwieën – die aan Damiaan hebben toebehoord is slechts één van zijn vele initiatieven. Met dit doel voor ogen bekomt hij dat in 1893 alle voorwerpen die aan Damiaan hebben toebehoord en nog aanwezig waren in zijn huis en in de Sint-Philomenakerk in Kalaupapa door Damiaans medewerker Jozef Dutton worden verzameld, verpakt en opgestuurd naar België. Vanaf het begin van de 20ste eeuw worden ze bewaard in speciaal gemaakte kasten in de grote kamer in het geboortehuis van Damiaan en op tal van tentoonstellingen in het hele land aan de mensen getoond.
Een droom
De droom van een echt Damiaanmuseum wordt werkelijkheid in 1936 bij de overbrenging van het lichaam van Damiaan naar België. Toenmalig provinciaal overste Paul Vanhoutte, ziet dit museum in Leuven, bij het graf van Damiaan. Tremelo-Ninde is dan nog een afgelegen oord en dus niet de meest geschikte plaats om een publiekstrekker op te richten. Eind 1936 trekt pater Vanhoutte naar Amerika en Hawaii om aan de burgerlijke en kerkelijke autoriteiten zijn dankbaarheid voor hun medewerking bij de overbrenging van het lichaam van Damiaan te betuigen. Op de Hawaii-eilanden neemt hij de gelegenheid te baat voorwerpen te verzamelen voor het toekomstige museum. Zo ontmantelt hij in de Sint-Filomenakerk in Kalaupapa het door Damiaan vervaardigde hoofdaltaar om het te verschepen naar België. In de sacristie neemt hij een monstrans, een processievaandel, een 18de eeuws altaarmissaal en wellicht een in pandanus ingebonden muziekhandschrift mee. Het Bishopmuseum in Honolulu schenkt hem daarenboven een collectie Hawaiiaanse etnografische voorwerpen.
In dezelfde periode wordt hij gecontacteerd door de nicht van de Engelse schilder Edward Clifford, die Damiaan bezocht en portretteerde in 1888. Hij slaagt er eveneens in deze wereldberoemde portretten te verwerven voor zijn museum.
Maar “… tussen dromen en de daad staan wetten in de weg, en praktische bezwaren …”.Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog komt pater Vanhoutte om het leven en de museumplannen lijken met hem begraven.
Een echt Damiaanmuseum
In de nacht van 25 op 26 september 1943 wordt het klooster van Tremelo door een brand vernield. Het geboortehuis van Damiaan, met daarin de vele voorwerpen die aan hem hebben toebehoord, kan gelukkig gevrijwaard worden.
Na de voltooiing van het nieuwe klooster verrijst uit de ruïnes van het oude klooster onder impuls van pater Walter Mutsaarts een volwaardig Damiaanmuseum. Het geboortehuis wordt in de mate van het mogelijke gereconstrueerd naar de oorspronkelijke toestand in de tijd van Pater Damiaan.
In de ‘grote zaal’ worden de voorwerpen van Damiaan tentoongesteld. De Hawaii-zaal roept aan de hand van etnografische voorwerpen een exotisch beeld op van de eilanden.
En het is op deze fundamenten dat ook het nieuwe museum haar unieke collectie zal tonen.
Ontdek deze collectie, breng een bezoek aan het vernieuwde Damiaanmuseum. Voor meer info over het nieuwe Damiaanmuseum (openingsuren, reservatie,…): www.damiaanmuseum.be.
Copyright Disclaimer: teksten beschikbaar onder CC-BY-SA/GFDL