Net voor de presentatie van Getekend Damiaan aan het brede publiek sprak redactielid Louis Hermans (L.H.) met de scenarioschrijvers Bart Maessen en Ruben Boon en tekenaar Jan Bosschaert.

L.H. Jan en Bart en Ruben, waarom een strip over Damiaan en waarom nu, 8 jaar na de heiligverklaring?

Ruben:
Het is belangrijk dat we het verhaal van Damiaan blijven vertellen aan jong en oud en daarom was het belangrijk op zoek te gaan naar een geschikt medium. We merken dat een dikke biografie moeilijk aanslaat en daarom dachten we, bijna 30 jaar na de laatste uitgegeven Damiaanstrip, aan een nieuwe strip. Woorden en vooral beelden spreken aan en dat gecombineerd met een goed verhaal moet vandaag de dag toch aanslaan bij een breed publiek.

L.H. Waarop hebben jullie het scenario gebaseerd?

Ruben:
We hebben ons scenario vooral gebaseerd op het leven van Damiaan, vanaf het moment dat hij naar het klooster gaat. Daar is genoeg documentatie over. Voor zijn kindertijd en jeugdjaren, was dat moeilijker. Daarvoor zijn we gaan kijken naar de overlevering. Zo waren er een aantal verhalen die nogal sterk neigden naar heiligenlevens. De verhalen daarrond, zoals een jonge Damiaan die de kerk intrekt om daar als knaap te gaan bidden lijkt niet direct geloofwaardig. We hebben dan gezegd: we laten Damiaan zijn jeugdjaren vertellen, maar we laten hem kattenkwaad uithalen, verliefd worden, kortom we laten hem alles doen wat een boerenjongen uit Tremelo zoal meemaakt. Ook verhalen gebaseerd op de jeugdroman van Johan Ballegeer met bv. het verhaal over Sofietje.

Bart:
Inderdaad, de mondelinge overlevering dat hij een goede schaatser was, werd gewoon verder verteld. Het zijn dingen die de jeugd toen deed.

Copyright Damiaan Vandaag

Copyright Damiaan Vandaag

L.H. Vanwaar komt de idee er een dagboek van te maken, of, laten we zeggen, een terugblik door Damiaan zelf?

Bart:
Dat idee komt van mij. Ik vond het vrij complex om met dialoogballonnetjes te beginnen werken en ik dacht ‘het lijkt me beter als ik Damiaan gewoon laat vertellen en Jan is daar ook direct in meegegaan. Hij zei: Dat is handiger om te tekenen, want zo verlies ik geen tekeningen door die tekstballonnetjes. Dat balkje schuift meer naar boven en geeft me meer ruimte om te tekenen. Ik voelde dat het mij beter lag dan die kleine dialogen. Daarbij, zijn brieven zijn in feite het verhaal. Hij begint dan ook met de zeggen: Ik ga nog eens één keer mijn verhaal vertellen, van A tot Z.

L.H. Jan, toen je dit stripproject technisch ging bekijken, wat was dan het moeilijkste?

Jan:
Dat was het gedeelte waarin Damiaan nog in België verbleef. Ik teken niet graag gebouwen en het stadhuis van Leuven en de Sint-Pieterskerk moesten er toch geloofwaardig uitzien. Het zijn vooral de technische details die voor mij een beetje een strop zijn. Die periode van Damiaan vond ik het moeilijkst om te tekenen. Ik kan niet zomaar een stadhuis in Leuven verzinnen of een driemaster. Dat moet kloppen met de realiteit. Landschappen en natuur zijn meer mijn ding en toen Damiaan dan in Hawaii toekwam, was dat voor mij een feest om te tekenen.

Copyright Getekend Damiaan, Van Halewyck, 2017

Copyright Getekend Damiaan, Van Halewyck, 2017

L.H. En de figuur van Damiaan zelf?

Jan:
Ja, dat was een beetje zoeken. Toen we de eerste keer over die strip spraken had ik al een aantal schetsen gemaakt van Damiaan, op mijn manier zoals ik hem zag: een aantal koppen zowel van vroeger als van een jonge en gedreven man. Ik heb er toen zo’n beetje een superman van gemaakt. Dat is misschien overdreven, maar toch een hele knappe stevige man. Toen ik dan begon te tekenen en de brieven las, klopte dat beeld niet meer en heb ik het meer aangepast. Ik heb hem ook wat molliger gemaakt.

Bart:
Hij was in het begin ook wat molliger. Maar eens op Molokaï zal zijn gezicht wel wat meer afgetrokken zijn geweest. Hij heeft daar ook wel mooie momenten beleefd met de kinderen, met zijn fanfare enz. en dat hebben we ook proberen weer te geven.

L.H. Jan, is uw beeld over Damiaan van voor je eraan begon, het beeld van de pater of pastoor veranderd terwijl of nadat je de strip tekende.

Jan:
Ja. Daarvoor kende ik Damiaan zoals iedereen hem wel kent. De man die naar Molokaï ging om melaatsen te verzorgen en zelf melaats werd en die hier de Grootste Belg werd. Maar als je dan die brieven leest, dan krijg je een heel ander beeld. Ik denk dat het niet zo’n gemakkelijke mens was om mee samen te leven. Ik heb er enorm veel van geleerd en mijn respect voor die man is ongelooflijk toegenomen.

Copyright Getekend Damiaan, Van Halewyck, 2017

Copyright Getekend Damiaan, Van Halewyck, 2017

L.H. Dan is er nog een infokatern over Damiaans doorgaande inspiratie. Het geeft een beeld van wat er allemaal na zijn dood en in navolging van hem of door zijn inspiratie gebeurd is en nog gebeurt. Leefde dat idee van in het begin of is dat later opgedoken?

Ruben:
Het eerste idee was dat we dat ook zouden tekenen.

Bart:
Ik kan als Damiaan niet vertellen wat er daarna allemaal gebeurt. Ik dacht: hij is 49 jaar geworden. Ik heb 46 bladzijden. Dat is te doen. Ik heb dan geprobeerd het een beetje chronologisch te spreiden. Er zijn trouwens nog strips met een katern, en het geeft in een achttal bladzijden toch een beeld van wat door Damiaan nog voortleeft.

Ruben:
Het is vrij, maar toch niet vrijblijvend. Het doet nadenken over het waarom dat die man na zijn dood, nog zo is blijven inspireren. En dit over landsgrenzen heen in verschillende projecten, niet alleen in de strijd tegen de lepra maar veel verder, zoals bv. Grenzenbewegen hier in Leuven.
Het is ook goed dat we de vertelling hebben ingeruild voor een infokatern. Moesten we dit hebben laten vertellen door Damiaan, dan zouden we een heel ander gevoel hebben. Je kunt hem bv. moeilijk laten vertellen over zijn eigen heiligverklaring. Het werkt niet zo goed als je dat op die manier presenteert.

Copyright Getekend Damiaan, Van Halewyck, 2017

Copyright Getekend Damiaan, Van Halewyck, 2017

L.H. Jan, hoe kijk je achteraf tegen de Damiaanstrip aan?

Jan:
Naar een vervolg zeker.(lacht). Ik heb dat daarstraks nog tegen Ruben gezegd en trouwens in alle interviews: ik zou nu naar Molokaï willen gaan om mij daar nu rustig te documenteren. Dat zou nog andere reacties teweeg brengen en ik zou er rustig aan kunnen werken zonder deadline.

L.H. In ieder geval proficiat en bedankt. We kunnen alleen maar wensen dat het succes heeft en aanslaat bij jong en oud.