In 2005 werd Damiaan tot de Grootste Belg verkozen. Volgend jaar 15 jaar geleden. In 2009 werd Damiaan heilig verklaard. Dit jaar 10 jaar geleden.
Het blijft verbazingwekkend hoe Damiaan zovele jaren later nog zovele mensen in binnen- en buitenland blijft raken en inspireren.
Waarin ligt de aantrekkingskracht van Pater Damiaan? Waarom blijft hij mensen aanspreken en inspireren?

Damiaan was een mens van vlees en bloed

Damiaan was en bleef een mens van vlees en bloed, met fouten en tekortkomingen maar meer nog met onmiskenbare gaven en talenten. Damiaan was zich hier goed van bewust. Ondanks zijn tegen wil en dank verworven heldenstatus, hield hij zich met de beide voeten op de grond. Hij wilde niet in de schijnwerpers staan, tenzij het zijn ongeneeslijke zieke mensen direct ten goede kwam. Hij gebruikte zijn naam en faam om wereldwijd sympathie en steun los te weken voor ‘zijn’ zieke parochianen. Daar was het hem om te doen. Om zich ten volle te kunnen geven voor anderen, putte hij kracht uit zijn christelijk geloof in een God die een liefdevolle vader en zorgzame moeder wil zijn voor alle mensen hier op aarde.

Damiaan voor vertrek naar de missies, 1863

Vanuit die inspiratie zette Damiaan al wat hij was, al wat hij in zich had in voor de ongeneeslijke zieke mensen van Molokaï (Hawaï-eilanden). Hij maakte geen onderscheid op grond van afkomst, huidskleur, religie of levensbeschouwing. Iedereen kreeg waar hij of zij in Damiaans ogen recht op had. Onvermoeibaar probeerde hij te voorzien in directe basisbehoeften (proper water, gezonde voeding, nette kleding, degelijke huisvesting en toereikende medische dienstverlening). Daarnaast besefte hij maar al te goed dat een mens niet enkel leeft van brood en een dak boven zijn hoofd. Damiaan zorgde voor muziek, ontspanning en feestvreugde en gaf hiermee opnieuw zin en betekenis aan de levens van ongeneeslijk zieke mensen.

Terwijl hij samen met de mensen van Molokaï bouwde aan een leefbare en menswaardige samenleving, bleef hij ijveren voor hun rechten en waardigheid als mens. Hij voelde zich niet te beroerd om kerkelijke en wereldlijke overheden te wijzen op hun plichten en te ijveren voor structurele actie en verandering. Ook Damiaan kende echter zijn moeilijke momenten. Hij kende eenzaamheid, tegenwerking, jaloezie en afgunst. Hij had wel eens depressieve gevoelens en donkere gedachten. Hij voelde zich meer dan eens ‘op’ (burn-out). Hij bleef koppig doorzetten en kwam het te boven maar niet zonder de kracht die hij putte uit zijn geloof en niet zonder de hulp van anderen.

Damiaan, 1878

Het maakt van de held van Molokaï des te meer een mens van vlees en bloed met wie wij ons vandaag kunnen vereenzelvigen. Het wonder dat Damiaan samen met de mensen van Molokaï tot stand bracht overstijgt het wonder zoals wij dat in gedachte hebben. Hij genas hen niet van hun ziekte maar hij bevrijdde hen wel van heel wat pijn en verdriet veroorzaakt door hun verbanning, van hun minderwaardigheidscomplex, van hun idee dat hun leven niet langer van tel of betekenis was. En dat deed hij door samen met hen mens te zijn: samen eten , samen drinken, samen wonen, samen werken, samen verdriet hebben, samen lachen, samen feest vieren, samen ziek zijn, samen zorg dragen voor elkaar, samen leven. Ongeacht hun afkomst, huidskleur, religie of levensbeschouwing zag hij de mens voorbij de ziekte, voelde hij zich verbonden en solidair en toonde hij respect. Damiaan was een mens voor alle mensen, zonder onderscheid, over grenzen heen.

Damiaan was een bruggenbouwer

Damiaan trok geen grenzen, bouwde geen muren maar bouwde bruggen en stak een uitnodigende hand uit. Hij breidde zijn familie gevoelig uit en zo vergrootte hij ook zijn kring van verbondenheid en solidariteit. Heel zijn leven lang voelde hij zich verbonden met zijn familie, kennissen en vrienden in België. Na zijn keuze voor de religieuze gemeenschap van de Heilige Harten, beschouwde hij zijn medebroeders en –zusters als een religieuze familie. Als missionaris op de Hawaï-eilanden sprak hij over de Hawaïanen als broers en zussen. Toen Damiaan vrijwillig koos voor de ongeneeslijke zieke mensen op Molokaï, kon hij niet anders dan van hen te houden als familie. Hij legde de klemtoon niet op ‘ik’ of ‘jij’ of op ‘zij’ maar op ‘wij’. Zo omspande Damiaans kring van verbondenheid en solidariteit de ganse wereld. Voor Damiaan was Tremelo zijn geboorteplaats, Hawaï zijn nieuwe vaderland, Molokaï zijn werkplaats, de wereld zijn thuis. In elke mens die hij ontmoette, zag hij een broer of zus. Hij toonde zich geïnteresseerd, vriendelijk, goedlachs, respectvol. Hij had al eens ruzie maar stond erop om het snel weer bij te leggen. Het zegt veel over de persoon die Damiaan was. Al in zijn tijd verbaasde vriend en vijand zich over de openheid en ruimdenkendheid van Damiaan als negentiende-eeuwse katholieke missionaris.

Damiaan en meisjeskoor, 1878

Tot slot… op zoek naar onze special touch

Damiaan blijft mensen zo aanspreken omdat hij op en top mens was: geïnspireerd, kwetsbaar, getalenteerd, bescheiden, open, ruimdenkend, onbevangen, geëngageerd, solidair. Hij gebruikte zijn talent voor verbondenheid, zijn talent voor respect en dialoog en zijn talent voor solidariteit en engagement om samen met anderen te bouwen aan een wereld waar iedereen van tel is en tot zijn recht komt. Deze 3 talenten vormen de special touch van Damiaan die ons ook vandaag nog zo raakt en aanspreekt.
Ook wij hebben net als Damiaan een special touch, bijzondere gaven en talenten, die we kunnen inzetten om zelf gelukkig te worden, anderen gelukkig te maken en te bouwen aan een meer gastvrije en solidaire samenleving. En zo gaat er in ieder van ons zonder dat we het goed en wel beseffen een Damiaan schuil. Hoog tijd om hem te ontdekken.

Ruben Boon

Damiaan en de weesjongens, 1889