Al meteen nadat de eerste zieke mensen in 1866 in de leprakolonie van Molokaï aangekomen waren, lieten ze zich horen over de benarde levensomstandigheden waarin ze terecht gekomen waren. Hun klachten verschenen in Hawaïaanse kranten maar vielen vooral in dovemansoren. Toen Damiaan er in mei 1873 aankwam, was van een uitgebouwde medische dienstverlening in de leprakolonie van Molokaï nauwelijks sprake. Het ziekenhuis was toen niet meer dan een huis voor de meest uitzichtloze zieken met gebrek aan enige medische faciliteiten.
Eenvoudige medicijnen
Damiaan beschreef in zijn rapport van 1886 voor de Hawaïaanse Gezondheidsraad, het orgaan dat van overheidswege belast was met het dagelijkse reilen en zeilen in de leprakolonie, hoe hij hier zelf met hulp verandering in probeerde te brengen:
(…) in 1873, arriveerde er een blanke, die zelf melaats was en die in het Kalihiziekenhuis [in Honolulu] doktersassistent was geweest. Hij had een heel praktische kennis van de eenvoudige medicijnen en nadat hij de zorg voor het ziekenhuis had gekregen, had hij speciale aandacht voor de patiënten daar, terwijl ikzelf mijn aandacht vooral besteedde aan de mensen die buiten het ziekenhuis woonden. Onze voorraad medicijnen (…) bestond uit de meest gewone medicamenten. Al heel gauw ontdekten de mensen dat zij door het gebruik van die eenvoudige medicijnen die wij tot onze beschikking hadden, over het algemeen goed beter werden en daarom begonnen zij meer en meer te vragen om die eenvoudige middeltjes. Zo kwam er geleidelijk duidelijk verbetering in de toestand. Omdat wij in die periode geen dokter hadden, probeerden wij te doen wat we konden.
Groeiende overheidsaandacht
Terwijl Damiaan zijn praktische medische kennis en kunde verder uitbouwde, groeide de overheidsaandacht voor het gebrek aan medische faciliteiten in de leprakolonie. Ook het Hawaïaanse koningshuis bekommerde zich om het lot van hun zieke onderdanen.
Meer dan eens kwam een koninklijke delegatie of een gezondheidscommissie van overheidswege op bezoek om de situatie met eigen ogen in te schatten en actie te ondernemen. In 1879 kwam zo de eerste vaste residerende dokter in de leprakolonie aan. De Gezondheidsraad dreef de bevoorrading van medicijnen op en bouwde ook het hospitaal verder uit. Al deze overheidsmaatregelen waren echter vaak ontoereikend.
Op huisbezoek
Toen er dan uiteindelijk vaste dokters in de leprakolonie werkzaam waren, kon Damiaan deze professionals maar moeilijk au sérieux nemen. In zijn ogen konden ze er weinig komen doen en waren ze vooral uit op het geld van de mensen. Damiaan bleef zijn medische activiteiten uitoefenen met of zonder dokters in de buurt.
Wanneer ik op huisbezoek ga , neem ik altijd mijn twee apotheekkistjes mee en altijd heb ik mijn medicijnflesjes op zak, en zo tracht ik mijn patroonheilige na te volgen”, zo schreef hij aan zijn broer Pamfiel in 1885.
Eenmaal zelf ziek schrok Damiaan er ook niet voor terug om op zichzelf te experimenteren met medicijnen en behandelingsmethodes die hij via zijn uitgebreide wereldomspannende netwerk leerde kennen en toegestuurd kreeg.