In de decennia na zijn dood nam de reputatie van Damiaan als held en heilige bijna mythische proporties aan. Een belangrijke plaats werd hierbij ingenomen door het beeld van Damiaan als onvermoeibare kerkenbouwer. Als een soort christelijke Hercules trok hij rond op de Hawaï-eilanden en bouwde overal kerken. Maar hoe zit dat nu echt met Damiaans kerkenbouw? Hoe pakte hij dit aan? Welke rol was weggelegd voor medewerkers?

Improvisatie

In zijn eerste jaren als missionaris op het eiland Hawaï ontpopte Damiaan zich als een rondtrekkende priester-missionaris. Hij was altijd onderweg naar zijn parochianen die verspreid over het eiland woonden. Hij vierde eucharistie met hen en diende de sacramenten toe, nog voor hij een echte kerk gebouwd had. Op vele plaatsen was er immers geen kerk. Zonder kerk slaagde Damiaan er echter wel steevast in om te improviseren.

Die zondag toverde ik het huis van één van mijn Hawaïaanse parochianen om tot een kerk. Een altaar maakte ik in een oogwenk. Een koffer tegen de muur op de juiste hoogte, ziezo de altaartombe. Daarop spreidde ik dan een mat als altaardoek. Vervolgens nog de altaarsteen etc en klaar is kees! Ik haal heel wat voldoening uit het samen mis vieren op zulke afgelegen en verlaten plaatsen.
(Brief Damiaan aan zijn broer Pamfiel en medebroeders in Leuven, maart 1865)

Missiekelk Damiaan. © Museumcollectie Damiaan, Congregatie H. Harten, Leuven

Nood aan kerken

Damiaan was zich erg bewust van de nood aan meer kerken in zijn missiegebied. Al gauw ging hij zelf aan de slag. In zijn brieven aan het thuisfront bracht Damiaan regelmatig verslag uit over zijn activiteiten als priester-missionaris én timmerman.

Ik heb drie kerken gebouwd van hout en nog een paar van riet of stro. Ik probeer één zondag per maand in elke kerk te zijn om eucharistie te vieren met mijn dierbare christenen, en om ze allemaal te onderwijzen in de christelijke religie.
(Brief Damiaan aan zijn ouders, 15 januari 1867)

Plan Damiaan voor kerk Kalaupapa, Molokai © Archiefcollectie Damiaan, Congregatie H. Harten, Leuven

Timmerman

Damiaans voorkeur ging uit naar houten kerkgebouwen die een meer duurzaam karakter hadden. Toch bleken ook die houten kerken niet bestemd om de eeuwen te trotseren. Zo waren ze bijzonder kwetsbaar bij de stormen, orkanen, vloedgolven of vulkaanuitbarstingen die de Hawaï-eilanden in Damiaans tijd regelmatig teisterden. Voor wie kerken wilde bouwen of heropbouwen was er dus altijd werk.

Tijdens zijn jaren als missionaris op het eiland Hawaï (Big Island) bouwde Damiaan elk jaar een (houten) kerk of kapel. Ook in de lepranederzetting van Molokai was Damiaan bezig met het bouwen of verbouwen van zijn kerken in Kalawao en Kalaupapa. Men deed eveneens op hem beroep voor de bouw van vier kerken buiten de nederzetting op topside Molokai.

Het bouwen van kerken behoorde eigenlijk tot het takenpakket van de broeders. Omdat zij vaak hun handen vol hadden met bouwprojecten op andere plaatsen, besloot Damiaan zelf de handen uit de mouwen te steken. Zijn jeugd op de boerderij in Tremelo en zijn opgedane ervaring in de werkplaats van de plaatselijke schrijnwerker Janneke Roef kwamen hem goed van pas. De extra kennis en vaardigheden, die hij opdeed door bij zijn eerste bouwwerken in de missie samen te werken met een broeder-schrijnwerker, vormden een soort vervolmakingscursus.

Bestelbon Damiaan voor hout en andere bouwmaterialen. © Archiefcollectie Damiaan, Congregatie H. Harten, Leuven

Pioniersarchitectuur

De door Damiaan gebouwde houten kerkjes en kapellen sluiten qua materiaalgebruik en type nauw aan bij de Amerikaanse pioniersarchitectuur die in dezelfde periode werd opgericht bij de verkenning van het Wilde Westen. Het zijn rechthoekige ruimtes, overdekt met een zadeldak, in principe geschikt voor divers gebruik. Om ze duidelijk herkenbaar te maken als kerkgebouw werd een dakruiter of toren toegevoegd. Het bouwmateriaal bestond uit het houten balken en planken. Daarnaast gebruikte Damiaan geprefabriceerde ramen en deuren. Deze materialen hadden standaardmaten die de bouw van uniforme gebouwen mogelijk maakten.

Wereldwijde steun

Damiaan sprak zijn wereldwijde netwerk aan voor steun bij de bouw van zijn kerken. Ramen voor een kerk kreeg hij van een Amerikaanse weldoener. Zijn broer Pamfiel beloofde een kerkklok en Damiaan drong er herhaaldelijk op aan dat hij zijn belofte zou houden. Voor de liturgische kleding kon Damiaan een beroep doen op het anonieme legioen van vrouwen van de Association de l’Oeuvre apostolique sous le patronage des saintes femmes de l’Évangile. Deze vrouwenvereniging steunde Franse missionarissen overal in de wereld op spiritueel vlak door dagelijks gebed en maandelijkse eucharistie en aanbidding.

Het was tegelijkertijd een missienaaikrans die als doel had de missionarissen te voorzien van liturgische benodigdheden. Aan de hand van hun jaarverslagen, die gepubliceerd werden van 1861 tot 1913, kan men zich een idee vormen van de gigantische hoeveelheid liturgische kleding en andere liturgische voorwerpen, die door de vereniging verspreid werden over de hele wereld. Regelmatig zijn er ook vermeldingen van zendingen naar de Hawaï-eilanden, zo bijvoorbeeld in 1862, toen bisschop Louis Maigret naast twaalf kazuifels nog tal van andere voorwerpen toegestuurd kreeg. Een aantal hiervan vond zeker ook zijn weg naar Damiaan.

Kazuifel Damiaan met etiket Saintes Femmes de l’Evangile. © Museumcollectie Damiaan, Congregatie H. Harten, Leuven. Foto Luc Behets

Terreinwinst

Op deze manier kon Damiaan een nieuwe gemeenschap van katholieke gelovigen relatief snel en efficiënt van een nieuw gebedshuis voorzien met alles erop en eraan. Zulk kerkgebouw stelde het nieuwe geloof op een duidelijk zichtbare manier aanwezig in de publieke ruimte en weerspiegelde ook de terreinwinst die dat geloof boekte. Dat speelde een belangrijke rol in de concurrentiestrijd met de protestanten.

Geen kerk zonder gemeenschap

Damiaan bouwde evenwel nooit alleen. Hij betrok steeds de plaatselijke gemeenschap. Daardoor werd de bouw van een nieuwe kerk een sterk gemeenschapsvormend gebeuren. De viering bij de inwijding van de kapel greep Damiaan aan om de goede boodschap verder te verspreiden.

Sta me toe zeereerwaarde pater, u mee te nemen naar een andere plaats in mijn district. Die is ongeveer 30 mijl verwijderd van hier. Nooit voordien was er een kapel in dit gebied. Tijdens mijn laatste bezoek werd een aantal catechumenen gedoopt in een Hawaïaanse hut. Alles wat ik van hen heb verlangd, was dat ze uit dankbaarheid voor de grote genade die de goede God hen had geschonken, voor Hem een kapel zouden bouwen. Wat ze beloofden te doen, en ze hebben woord gehouden…ze wilden geen hut bouwen, zoals de meeste kapellen hier, maar een echte kapel, helemaal uit hout. Wie was er bekwaam om dit werk tot een goed einde te brengen? Een bekwaam vakman inhuren zou veel gaan kosten. Na een goed plan te hebben gemaakt, ben ik er aan begonnen samen met twee inheemsen. Een bevriend Amerikaan zal ramen kopen voor onze kapel, en dan zullen we een kleine, zeer mooie, kapel hebben en een nieuwe kleine christen gemeenschap. Geprezen zij de Heer.
(Brief Damiaan zijn generale overste, 23 oktober 1865)

Kerk Kalaupapa, Molokai, gebouwd door Damiaan, 1873-1889. © Archiefcollectie Damiaan, Congregatie H. Harten, Leuven

Geen inwijding zonder feest

Omdat het in dit land de gewoonte is om een groot feestmaal in te richten na het voltooien van een groot werk zoals de bouw van een huis etc, organiseerden mijn christenen voor al hun medegelovigen uit de andere districten een groot feest, dat in de lijn lag met de grote inspanningen die nodig waren om de werken aan deze nieuwe kerk tot een goed einde te brengen. Iedereen was uitgenodigd de vooravond van het Feest van de Openbaring. Grote aantallen vetgemeste dieren werden geslacht en klaargemaakt in een Hawaïaanse oven, tussen hete stenen. Op een gegeven moment begaf iedereen zich naar de kerk die spijtig genoeg te klein was om iedereen op te vangen. Na een kort openingsgebed gaf ik wat godsdienstonderricht aangepast aan de omstandigheden. Ik feliciteerde hen eerst voor hun moed om een kerk te bouwen voor de goede Jezus en moedigde hen daarna aan om er ook zelf één te bouwen in hun hart waar onze goddelijke Verlosser zou kunnen wonen. Daarna had ik het met hen over de broederlijke naastenliefde jegens hun medegelovigen die van ver gekomen waren en richtte ik ook een woordje tot wie nog genen christen was. Nadat het gebed en de preek waren afgelopen, begaven we ons allemaal naar de plaats, het grasveld rondom de kerk, waar het feestmaal zou geserveerd worden. Bijna duizend personen namen er allemaal samen deel aan het maal.
(Brief Damiaan aan zijn broer Pamfiel, 22 december 1866)

Kerkenbouwer en gemeenschapsbouwer

In het voorjaar van 1888 richtte een storm zware schade aan bij de Sint-Philomenakerk in de lepranederzetting van Molokai. De spitse toren werd omver geblazen en doorboorde het dak van de kerk. Damiaan was al zwaar ziek maar toch vatte hij vol goede moed een nieuwe bouwwerf aan. Hij zou de houten kerk vervangen door een nieuwe, grotere, stenen kerk. Ook deze keer stond Damiaan er niet alleen voor. Samen met enkele weesjongens leverde hij het timmerwerk. Het metselwerk liet hij over aan de Ierse metser Jack Lewis McMillan die vanwege zijn ziekte in de nederzetting was beland.

Samen met de metser en de timmerlui werken we dagelijks aan de nieuwe kerk … Een groot deel van het gebouw is in steen…Een goede Ier op leeftijd is de metser. Samen met twee weesjongens neem ik het timmerwerk voor mijn rekening.
(Brief Damiaan aan pater Hudson, 8 augustus 1888)

De heropbouw van de Sint-Philomenakerk op Molokai was voor Damiaan de kroon op zijn werk als kerkbouwer. Voor het eerst bouwde hij een duurzame kerk in steen die er tot op vandaag staat. In de schaduw van deze kerk werd hij begraven. Maar het belangrijkste voor Damiaan was dat hij samen met ‘zijn’ mensen een huis bouwde waar ze konden samenkomen om te bidden tot God, om hun geloof te vieren, om lief en leed te delen. Zo was Damiaan niet alleen een kerkenbouwer maar ook een bouwer van gemeenschappen.

Sint-Philomenakerk, Kalawao, Molokai, ca 1889. In het portaal links L.L. Conrardy en rechts J.L. McMillan. © Archiefcollectie Damiaan, Congregatie H. Harten, Leuven

Patrik Jaspers, Damiaan Vandaag

Klik hier voor een printvriendelijke versie van dit artikel: Damiaan bouwer van kerken en gemeenschappen