Tien jaar geleden op 21 oktober 2012 verklaarde paus Benedictus XVI Moeder Marianne Cope heilig. Moeder Marianne werd als Barbara Koop geboren in een groot landbouwersgezin van tien kinderen in Heppenheim, Duitsland op 23 januari 1838. Na haar geboorte trok het gezin weg naar de stad Utica in de Amerikaanse staat New York. Vader Peter Koob kreeg het Amerikaans staatsburgeschap waardoor ook zijn kinderen Amerikaanse burgers waren. De familienaam Koob werd voortaan ‘Cope’. Al op haar vijftiende had Barbara een religieuze roeping. Ze ging echter eerst werken in een fabriek om haar gezin in financiële nood te helpen. In 1862 trad ze in bij de Zusters van de Derde Orde van Sint-Franciscus in de stad Syracuse in de staat New York. Ze kreeg de kloosternaam Marianne en legde het jaar nadien haar religieuze geloften af.
Onderwijs en ziekenzorg
Ze had een voorliefde voor het onderwijs en ging aan de slag in talrijke lagere scholen in de staat New York. In de tweede helft van de jaren 1860 hielp ze bij de oprichting van twee ziekenhuizen: het Sint-Elisabethhospitaal in Utica en het Sint-Jozefshospitaal in Syracuse. In 1870 kwam ze aan het hoofd van het Sint-Jozefshospitaal. Ze slaagde erin de medische faculteit van Geneva te verhuizen naar Syracuse. In haar ogen mocht niemand uitgesloten worden van kwaliteitsvolle gezondheidszorg. Ze liet zich opmerken door haar bezield leiderschap, warme gedrevenheid en visionaire daadkracht en zette hoog in op innovatie en professionalisme zonder daarbij de menselijke waardigheid van patiënten uit het oog te verliezen.
Naar Hawaï en Molokai
Zonder aarzelen ging Marianne als toenmalige overste van haar religieuze gemeenschap in op de roep om medische hulp vanuit het Koninkrijk Hawaï. Ze was klaar om zelfs de ongeneeslijke zieke Hawaïaanse burgers met lepra bij te staan en te verzorgen. Ze toonde geen angst voor besmetting. In november 1883 kwam moeder Marianne met zes medezusters aan in de Hawaïaanse hoofdstad Honolulu. Daar werkten ze eerst in het Kakaako Branch Hospitaal, waar licht zieke mensen met lepra werden samengebracht. Ze stelde er orde op zaken en verbeterde de leefomstandigheden van de patiënten. In 1885 stond moeder Marianne mee aan de wieg van het Kapiolani Home, een thuis voor gezonde kinderen van ouders met lepra. In 1887 sloot de Hawaïaanse overheid het Kakaako Branch Hospitaal.

Moeder Marianne bij de opgebaarde Pater Damiaan, 1889 – copyright Archiefcollectie Damiaan, Congregatie H. Harten, Leuven
Niet veel later kreeg Marianne de vraag om het nieuwe Bishop Home, een thuis voor Meisjes en Vrouwen, in de lepranederzetting van Molokai te leiden. In november 1888, enkele maanden voor Damiaans overlijden, kwam Marianne met twee medezusters aan op Kalaupapa. Damiaan voelde zich opgelucht en blij dat de zusters zijn werk zouden verderzetten. Kort na Damiaans dood droeg de Hawaïaanse overheid de zusters ook op de zorg voor de verweesde Jongens en Mannen op zich te nemen en dat deden ze. Broeders van de Congregatie van de Heilige Harten namen het werk met de Jongens en Mannen in 1895 over. Het werk woog door op fysiek en emotioneel vlak. Moeder Marianne en haar zusters onderscheidden zich door hun professionele inzet, warme zorg en vriendelijkheid. Vanaf april 1899 verliet Marianne de lepranederzetting niet meer. Ze begon te sukkelen met haar gezondheid en moest vaak noodgedwongen rusten. Toch bleef ze zich zoveel mogelijk inzetten voor haar zieke medemensen. Uiteindelijk overleed ze op 9 augustus 1918. Ze kreeg een laatste rustplaats op het terrein van het Bishop Home.
Heiligverklaring
In 2012 werd Moeder Marianne heilig verklaard. Ter gelegenheid van de tiende verjaardag van deze heiligverklaring organiseren de Zusters van Syracuse enkele (online) activiteiten, waaronder een feestelijke eucharistieviering in de Assumption Church in Syracuse, staat New York, op zaterdag 22 oktober 2022, voorgegaan door Bisschop Douglas J. Lucia. Voor meer info, klik hier