Op 20 april 2023 werden de vier ‘martelaren van Picpus’ in de Sint-Sulpitiuskerk in Parijs zalig verklaard. Het betreft volgende paters van de Heilige Harten, ook wel paters Picpussen genoemd: Ladislas Radigue, Polycarpe Tuffier, Marcellin Rouchouze en Frézal Tardieu. Ze werden tijdens de Commune van Parijs in 1871 gevangen genomen en uiteindelijk terechtgesteld. De Commune was een revolutionaire regering, die heerste over de stad Parijs van 18 maart tot 28 mei 1871, in de chaotische nasleep van de Franse nederlaag in de Frans-Duitse oorlog. De vier paters Picpussen maken deel uit van een groep van een 50-tal gijzelaars, die op 26 mei 1871 in de Rue Haxo werden terechtgesteld als vergelding voor de executie van duizenden communards door de regeringstroepen bij de herovering van Parijs.
Pater Damiaan was op de hoogte van wat er zich in Parijs afspeelde en hij leefde mee.
In een brief aan zijn broer Pamfiel uit september 1870 vraagt hij meer informatie over het verloop van de oorlog :
Het nieuws van de nieuwe oorlog tussen Frankrijk en Pruisen heeft ons bereikt via de telegrafische berichten, aangekomen in Californië… Ik hoop dat deze politieke twisten binnenkort eindigen en dat men de arme inwoners van België met rust laat. De kranten hier hebben bericht dat de Fransen verslagen werden, rond 8 of 9 augustus, in de omgeving van Metz. Dat is het laatste nieuws dat we weten. Wat zal er worden van de godsdienst, Frankrijk en vooral Napoleon… (Brief Damiaan aan zijn broer Pamfiel, 22 september 1870).
In juli 1872 verwijst hij, met een sneer aan het adres van zijn broer, ook naar de vier martelaren :
Bent u nog steeds professor in Versailles en hoe ging u om met de Pruisen tijdens hun verblijf in deze stad? De kranten informeerden ons over de verschrikkelijke gevolgen van deze oorlog. Ze spraken ook over enkele toegewijde priesters, maar ze noemden u niet, mijn beste broer. Was u zo laf om de kanonskogels te vrezen? Dat had ik nu nooit gedacht van een Belg uit Tremelo!!! (Brief Damiaan aan zijn broer Pamfiel, 14 juli 1872).
Dat Damiaan geraakt was door het lot van zijn medebroeders staat buiten kijf, want hij heeft elk van hen persoonlijk gekend tijdens zijn religieuze opleiding in Parijs en Issy. Het is daarom ook niet verwonderlijk dat we het boek Les martyrs de Picpus van pater Benoit Perdereau uit 1872 terugvinden in Damiaans bibliotheek. Deze publicatie bevat eveneens een antwoord op de vaak gestelde vraag: “ja, maar had Damiaan wel de tijd om al die boeken te lezen?”. Op pagina 453 staat het antwoord met potlood geschreven : “Gelezen de dag vóór mijn feest, 1872, 26 sep” (26 september = feestdag Heilige Cosmas en Damianus, nvdr)

Reliekprentje martelaren van Picpus (links) en kapotgelezen kaft boek Les martyrs de Picpus van pater Benoit Perdereau uit 1872 (rechts) – copyright Collectie Sint-Antoniuskapel en Bibliotheekcollectie Damiaan, Paters H. Harten, Leuven
De betekenis van de martelaren van Picpus voor onze tijd werd door Alberto Toutin, algemene overste van de paters van de Heilige Harten, als volgt omschreven:
Het getuigenis van deze martelaren onthult, op een paradoxale manier, de kracht van Gods liefde in zwakheid. We zien dat het geloof in Jezus niet werkt als een stoplap bij lijden of bij calamiteiten die zich kunnen voordoen met ontketend geweld. Het is eerder een kracht die ons helpt dergelijke situaties aan te kunnen, ze met geduld te doorstaan en ons bestaan te baseren op hetgeen de liefde van God heeft geopenbaard in Jezus.