Op 26 juli 2012 overleed Jaak Winten, broeder van de Congregatie van de Heilige Harten (picpussen) op 72-jarige leeftijd. Als mens en religieus liet hij zich zijn leven lang inspireren door zijn medebroeder Pater Damiaan. In 1995 realiseerde hij zijn droom. Samen met ‘zijn mannen’ nam hij in het jaar van Damiaans zaligverklaring zijn intrek in het Damiaanhuis in Antwerpen.
Een droom
Begin 1972 leerde broeder Jaak Phil Bosmans, oprichter en bezieler van Bond Zonder Naam (BZN), kennen. Even later was hij als werkleider aan de slag in het Werkhuis MiN (Mensen in Nood) in Antwerpen, een initiatief van BZN. Deze sociale werkplaats gaf opnieuw zin en richting aan het leven van een dertigtal mannen in nood. Ex-gevangenen, alcoholverslaafden, landlopers, eenzamen en mannen met een mentale handicap vonden er een plek om thuis te komen en te werken. Hier heeft broeder Jaak zijn roeping gevonden: er zijn voor zijn mannen zoals Damiaan er was voor zijn melaatsen. Er was werk voor heel zijn leven. Phil Bosmans zag zijn inspanningen en gedrevenheid en vroeg hem in 1976 directeur te worden van het werkhuis. Hij zag dat zelf eigenlijk niet zitten maar bleef het toch vijfentwintig jaar lang met hart en ziel.
Als directeur riep hij een sociale dienst in het leven om zijn mannen nog beter te omkaderen. Hij zocht naar middelen, naar een grotere ruimte voor het werkhuis en naar werk. Hij vond een nieuwe locatie in Deurne. Hij won een TV-quiz en kocht er machines mee voor het werkhuis. Hij vond ook werkopdrachten: van bloembakken maken tot fietsen herstellen, van meubels restaureren tot paletten maken, van plooiwerk tot het maken van verpakkingen. Daarnaast riep hij ook een uitleendienst in het leven: zijn mannen konden gevraagd worden om allerlei klusjes te doen. Broeder Jaak nam hierbij soms risico’s. De zorgen en de bekommernissen vertrouwde hij dan toe aan Pater Damiaan met de woorden: “nu is het aan u om ons bij te staan”.
Het Damiaanhuis
Als directeur koesterde broeder Jaak nog één grote droom: een groot huis om samen te wonen met zijn mannen. Hij zag een geschikte locatie in de twee leegstaande huizen in de Familiestraat in Antwerpen. Na enige tijd van wikken en wegen, overleggen en vergaderen, koos men voor een duurdere maar betere nieuwbouw. Vele belangrijke beslissingen moesten snel genomen worden. De plannen werden meerdere keren hertekend maar uiteindelijk goedgekeurd. Moed en kracht vond hij in zijn gesprekken met Pater Damiaan: “Ik heb dan heel veel met Pater Damiaan gepraat en hem gezegd dat hij hier ook wat aan moest doen. Dat we dat huis dan aan hem zouden opdragen en het zijn naam geven”.
Op 16 augustus 1994 startten de werkzaamheden. Na hard werken kon het Damiaanhuis op 5 oktober 1995 plechtig geopend worden. De droom werd werkelijkheid. Van het nieuwe huis met twaalf studio’s en één dakappartement, waarin broeder Jaak zelf zijn intrek nam, maakte hij samen met Christina Schlachter een echte thuis voor zijn mannen zoals ze er zelf nooit één gehad hebben. Christina en Jaak runden samen het hele huishouden. Er zijn voor zijn mannen slorpte al zijn energie op maar het gaf hem ook veel voldoening en geluk: “Heeft Jezus niet gezegd: wat ge aan de minste der mijnen doet hebt ge aan mij gedaan? Ik ben er zeker van dat Pater Damiaan ook erg fier is dat ons huis in Antwerpen zijn naam draagt. (…) wij zijn blij dat we zo’n beschermer hebben. Pater Damiaan is hier bij alle bewoners goed ingeburgerd. Hij is echt één van ons geworden”.
Zijn werk gaat voort
Tien jaar lang verzorgde Jaak samen met Christina het huishouden van het Damiaanhuis maar hij worstelde met de vraag wat er zou gebeuren mocht één van hen niet meer kunnen. In 2006 bood samenwerking met Hotel MiN – vroeger van Bond Zonder Naam maar in 2001 overgenomen door het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem – een welkome oplossing. Hotel MiN richt zich op dezelfde mensen die ook een thuis zoeken en vinden in het Damiaanhuis. Jaak Winten kon er blijven wonen. Officieel ging hij met pensioen maar hij zou nog een oogje in het zeil houden als huisbewaarder, syndicus en klusjesman. In mei 2011 moest Jaak omwille van gezondheidsredenen het Damiaanhuis verlaten. Een goed jaar later overleed hij in het Antwerpse Middelheimziekenhuis. Zijn mannen waren aanwezig op zijn begrafenis. Ze droegen hem op handen als een echte vader. Heel zijn leven lang wist Jaak zich gedragen door Damiaan en door God. Vanuit die wetenschap kon hij zijn hele leven en werk delen met zijn mensen. Damiaan was de rode draad door zijn leven. Hij ging in diens voetsporen door Gods liefde tastbaar te maken voor zijn mannen.
Ook na zijn dood blijft het Damiaanhuis bestaan. Het valt nu formeel onder Beschut Wonen MiN vzw en maakt deel uit van het gerechtelijk zorgcircuit. Bedoeling is de reïntegratie van (ex-)geïnterneerden in de maatschappij te bevorderen door hen begeleid te laten samenwonen. De bewoners hebben in het huis een eigen studio met alle voorzieningen en kunnen hun vrije tijd in overleg naar wens invullen. Tegelijk leven ze samen en dragen ze samen zorg voor elkaar. Samen koken, eten, wassen, poetsen, gezamenlijke uitstappen en feestjes, een gezellige babbel bij de koffie smeden een hechte gemeenschap en maken van het huis een warme thuis. Een team van toegewijde begeleiders staat voor hen klaar bij problemen en papierwerk. Ook vandaag staan er zoals Jaak Winten echte Damiaans op in de samenleving die het opnemen voor hun medemensen in nood en die hen blijvend kansen schenken. De medewerkers van het Damiaanhuis zijn zo’n Damiaans.
Gepubliceerd in Damiaan Vandaag, jrg 13, nummer 1, januari, februari, maart 2013