Damiaan, toegetreden tot een kloostergemeenschap

Ofschoon hij door zijn ouders wordt aanzien als hun opvolger op de boerderij, besluit Jozef De Veuster in het klooster te treden. Een radicale stap waardoor hij ‘de wereld de rug toekeert’ en zich toewijdt aan God en aan de mensen. Bij zijn kandidaatstelling voor Molokai – een beslissing met zware gevolgen voor zijn leven – of als bij hem lepra wordt vastgesteld, vindt hij motivatie en kracht, niet zozeer in zijn priesterwijding, maar wel in zijn kloostergeloften.

Damiaan, missionaris

Van bij zijn aankomst op Hawaii begint Damiaan als rasecht negentiende-eeuws missionaris mensen voor de Kerk te winnen omdat er buiten haar geen heil te verwachten valt. Hij verkondigt het geloof en dient sacramenten toe. Maar zijn verblijf op Molokai, tussen de melaatsen, brengt hem ertoe oog en handen te hebben voor de noden van elke mens en van de totale mens . Hij wordt een ander type missionaris.

Damiaan, een religieus die lepra op de wereldkaart zet

Alleen al door zich op het melaatseneiland te vestigen trekt Damiaan de aandacht. Als hij zelf melaats wordt, vergroot die aandacht aanmerkelijk en reikt ten slotte tot in Londen, centrum van het toenmalige Britse wereldrijk.

Twee maand na zijn dood en duidelijk eraan gelinkt, wordt daar de eerste organisatie ter bestrijding van lepra opgericht. Sindsdien is het aantal melaatsen op de wereld, door de Wereldgezondheidsorganisatie in Genève ooit op vijftien miljoen geschat, geslonken tot één miljoen.

Damiaan, een man met karakter

Damiaan stond bekend als koppig en vasthoudend. Het is duidelijk dat hij zonder die karaktertrekken het op Molokai niet zou hebben uitgehouden en de melaatsenkolonie niet zo grondig zou hebben veranderd. Hij kwam in conflict met zijn burgerlijke en religieuze overheid. Ook met confraters. Maar hij had evenzeer een hartelijke omgang en een goede samenwerking met tal van anderen die op de kolonie werkzaam waren. Dat alles wijst op zijn vastberadenheid, op zijn ‘weten wat hij wilde’, op zijn gezond verstand, op zijn onbaatzuchtige inzet, kortom, op een evenwichtige aanpak van de uitdagingen die op hem afkwamen.

Damiaan en het lijden

Molokai is een groot sterfhuis. Damiaan is er van de morgen tot de avond omringd door het grote en uitzichtloze lijden van honderden melaatsen. Zelf aangetast door lepra maakt hij het hele lijdensproces van de ziekte door en sterft eraan. Toch noemt hij zijn soms maandenlange eenzaamheid en vooral zijn conflicten met burgerlijke en religieuze oversten “erger dan lepra”. Maar in zijn brieven mediteert hij over het lijden Jezus Christus, over Simon van Cyrene, over Golgotha, en komt hij tot aanvaarding en sereniteit. Die rust straalt uit over de hele melaatsengemeenschap, tot verwondering van bezoekers.

Damiaan laat ons de kern van het christelijk geloof ontdekken

Citaten uit het evangelie die deze kern omschrijven zijn: bemin God bovenal en uw naaste als uzelf, of geen groter liefde dan wie zijn leven geeft voor zijn vrienden. Wanneer Damiaan aan zijn bisschop voorstelt definitief in de melaatsenkolonie te willen blijven, dan kent hij de risico’s van besmetting en dood, d.w.z. geeft hij zijn leven voor zijn vrienden. Zijn uitspraak zonder het Heilig Sacrament zou ik het hier niet uithouden situeren de geestelijke bron waaruit hij put in de woorden die uitgesproken worden op het hoogtepunt van de Eucharistie: dit is mijn lichaam, gebroken en gegeven voor u. In de loop van de geschiedenis hebben weinigen zich zo ver ingezet als Damiaan.

Open geest

In het Oceanië van de negentiende eeuw hebben katholieken en protestanten mekaar hevig bekampt. Ook Damiaan leeft aanvankelijk in die vijandige sfeer. Maar zijn confrontatie met het grote lijden van de melaatsen brengt hem ertoe taboes te doorbreken. Gaandeweg bekommert hij zich om alle melaatsen, ook die van een andere gezindheid zijn, zonder hen te willen bekeren. Hij heeft anglicaanse en lutherse vrienden. Hij doet wat in die tijd niet geoorloofd is en neemt geld in ontvangst afkomstig uit een anglicaanse parochie in Londen.

Damiaan blijft in de belangstelling

Vanaf zijn dood in 1889 tot op vandaag is Damiaan nooit verdwenen uit het collectieve geheugen en uit de volkse devotie. Er is een stroom aan publicaties over hem op gang gekomen, het aantal kunstenaars dat een werk aan hem heeft gewijd is haast niet meer te tellen. Herdenkingsplechtigheden als de overbrenging naar België van zijn stoffelijk overschot in 1936, het eeuwfeest van zijn afsterven in 1989 en zijn zaligverklaring in 1995 zijn tenslotte uitgemond in de Grootste Belg in 2005 en nu in zijn heiligverklaring.

Damiaan inspireert

Van bij zijn dood tot op vandaag hebben beroemde figuren hun bewondering voor Damiaan uitgesproken en de vraag gesteld naar de bron van zijn enorme inzet. Zo de wereldbekende Engelse schrijver Stevenson, de Indiase vrijheidsheld Gandhi, de Nobelprijs-winnares moeder Teresa, en nog vele anderen. In zijn voetspoor hebben duizenden zich geroepen gevoeld tot melaatsenzorg, tot het opnemen van een bijzondere taak in de samenleving, tot het kloosterleven, tot het priesterschap.

Vandaag is onze samenleving onderhevig aan grondige veranderingen. Damiaan kan hierin een anker zijn. Ongeremde individualisering en commercialisering gaan gepaard met een groeiende vraag naar solidariteit en spiritualiteit. Wie met Damiaan bezig is, weet dat hij inspireert.